Ten eerste was er de Italiëreis in de paasvakantie. Pisa, Spoleto, Pienza, Lucca, San Gimignano, Siena, Rome, Tivoli, Tarquinia, Ostia, Ravenna, Venetië, ... fantastisch. Dat is wat ik van een reis verwacht: veel zien, en niet op één plaats blijven. Zoveel kerken, musea, pleinen, monumenten hebben we gezien.
Als ik nu terugdenk aan de reis, denk ik vooral terug aan Rome. Die stad heeft echt wel indruk op mij gemaakt, ik ben er een deel van mijn hart verloren denk ik.
Rome was zo mooi, het Colosseum: onvergetelijk. Het forum Romanum, de Palatijnheuvel, de avonden, de nachten. De Spaanse trappen, de Trevifontein by night... Nu de zomer hier ook begint, mis ik het des te meer. 3000 jaar geschiedenis in één stad. Zoveel cultuur zal ik niet snel weer opdoen!
Op de laatste dag ging ik naar een klein eilandje in de buurt van Venetië met een deel van onze groep. Dit was Torcello, met zijn Byzantijnse kathedraal van Santa Maria Assunta. Deze was de eerste in de Lagune van Venetië en werd in 639 gesticht. Binnen waren er mozaïeken uit de 12de en 13de eeuw te bewonderen die worden beschouwd als de mooiste van deze stijlperiode. Het eiland was zo rustig, we waren er alleen en het was prachtig weer...
op het forum Romanum :)
En toen was er ook Londen, begin mei. We waren er maar 5 dagen, maar we hebben veel gezien waaronder het centrum van Londen, Hampton Court, Dover Castle, ... Het was absoluut een ervaring eens in deze befaamde stad te zijn. Zelf gingen we ook naar Camden Town, de vroegere hippiebuurt van Londen: de platenwinkels waren echt fijn.
Ik zag er ook de musical Les Misérables (Victor Hugo), die al 25 jaar in het Queens Theatre (West End, Shaftesbury Avenue, City of Westminster) loopt. Het draaiend podium en de onvoorstelbaar goede acteurs brachten het verhaal ten tijde van de Franse Revolutie tot leven. De liedjes werden zeer goed gebracht en je kon zien dat de acteurs op elkaar ingespeeld waren. Vooral de dikke dame uit het verhaal zorgde voor de komische noot.Vooral het meisje dat Eponine vertolkte, verbaasde.
Deze musical gebaseerd op het verhaal van Victor Hugo werd in 1980 gecomponeerd door Claude-Michel Schönberg. De lyrics werden geschreven door Herbert Kretzmer.
De hoofdpersoon van Les Misérables is Jean Valjean, een man die 19 jaar in een strafkamp heeft gezeten om het stelen van een brood. Zijn opzichter daar, Javert, blijft hem na zijn vrijlating achtervolgen.
De hoofdpersoon van Les Misérables is Jean Valjean, een man die 19 jaar in een strafkamp heeft gezeten om het stelen van een brood. Zijn opzichter daar, Javert, blijft hem na zijn vrijlating achtervolgen.
Valjean, nu onder de naam van monsieur Madeleine, vertrekt na zijn vrijlating naar Montreuil-sur-Mer, waar hij fabriekseigenaar en burgemeester van het dorpje wordt. Daar wordt een werkneemster, Fantine, ontslagen door haar baas maar zij is degene die het werk eigenlijk hard nodig heeft om geld te geven aan de Thénardiers, die voor haar dochter Cosette zorgen. Valjean ontmoet Fantine en merkt later dat Fantine erg ziek is.
Javert wordt overigens ook naar dit dorpje gestuurd en herkent Valjean wanneer hij een loodzware kar optilt. Javert hoort echter dat Valjean al op zou zijn gepakt, maar dit is een misverstand. Valjean gaat naar de rechtszaak om dit recht te zetten. Hij komt terug om afscheid te nemen van een stervende Fantine en komt onderweg Javert tegen die hem probeert te arresteren. Valjean slaat hem neer, en gaat, nadat Fantine dood is, naar de Thénardiers om Cosette op te halen. Cosette wordt door meneer en mevrouw Thénardier verwaarloosd en moet alle rotklusjes opknappen terwijl hun eigen dochters Eponine en Azelma de hemel in worden geprezen. Nadat Valjean Cosette heeft gekocht (de Thénardiers lieten haar niet zomaar gaan) vluchten ze naar Parijs.
Negen jaar later komt Parijs gedeeltelijk in opstand. Marius, leider van de studenten, wordt verliefd op Cosette. Deze zag hij namelijk toen hij Valjean hielp met ontsnappen aan Javert, die vanwege de opstanden naar Parijs is geroepen. De Thénardiers zijn ook naar Parijs gekomen om daar als lijkenpikkers te werk te gaan. Eponine heeft een oogje op Marius, maar die is verliefd op Cosette. Daardoor wordt Eponine gebruikt als boodschapper tussen de twee duifjes.
De revolutie begint en er zijn barricades opgeworpen in de straten. Valjean onderschept een brief van Marius aan Cosette en zit in een tweestrijd of hij moeten vluchten voor Javert, of de opstandelingen moet helpen. Hij kiest voor het tweede. Javert besluit zich als spion aan te sluiten bij de opstandelingen, maar hij wordt herkend door Gavroche, een straatjongen. Eponine komt terug bij de barricades, wordt neergeschoten en sterft in de armen van Marius. Op hetzelfde moment heeft Valjean de kans Javert neer te schieten, maar hij laat hem juist vrij.
De opstandelingen hebben te weinig kruit, en Gavroche probeert wat te halen bij gestorven soldaten. Wanneer hij terugkeert wordt hij ook neergeschoten. De strijd breekt los, wat ervoor zorgt dat iedereen sterft behalve Valjean en Marius. Marius is echter wel gewond en Valjean probeert hem te redden. Tijdens deze actie komt hij Javert weer tegen. Deze laat hem gaan om vervolgens zelfmoord te plegen. Hij wist namelijk niet meer wat hij met de situatie van Valjean aan moest.
Marius herstelt door de goede zorg van Cosette, maar rouwt diep om de dood van al zijn vrienden. Bovendien weet hij niet wie hem heeft gered. Hier komt hij achter wanneer Cosette en hij trouwen, en wel door de Thénardiers, die een ring laten zien die ze hadden gestolen van Marius, toen hij en Valjean lagen te slapen in de riolen. Marius en Cosette gaan snel naar de vluchtplaats van Valjean, die zich op dat moment verenigt met de geesten van Fantine en Eponine.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten